De geoviewer in LIVEOP X biedt gerichte ondersteuning voor het werken met interactieve Digitale Bereikbaarheidskaarten (DBK's). Deze ondersteuning omvat onder andere de volgende functionaliteiten:
- Weergeven van visuele kenmerken en symbolen
- Weergeven van details van kenmerken en symbolen
- Tonen van foto's
- Weergeven van objectdetails, zoals standaard eigenschappen, bijzonderheden, aanwezige personen etc.
- Toegang tot bijlagen, bijvoorbeeld PDF's en afbeeldingen
- Directe koppeling van incident met DBK-object op basis van adres of BAG-id, met automatische selectie op de kaart
Om bovenstaande functionaliteiten volledig te configureren, zul je de volgende onderdelen moeten instellen:
- Kaartlagen voor DBK configureren
Met het configureren van de kaartlagen maak je de geografische gegevens beschikbaar voor de gebruikers. - DBK-instellingen configureren
Om voor DBK-objecten aanvullende informatie beschikbaar te stellen, zoals bijzonderheden en bijlagen, dien je aanvullende DBK-instellingen op te geven. Zie daarvoor onderstaande aanvullende informatie.
Kaartlagen voor DBK configureren
Met het configureren van de kaartlagen maak je de geografische gegevens beschikbaar voor de gebruikers. Door de WMS-lagen in te stellen, maak je de visuele informatie beschikbaar. Door de WFS-lagen in te stellen, kun je symbolen interactief maken door aanvullende informatie te tonen als een gebruiker erop klikt. Zie voor meer informatie Kaartlagen beheren.
Als je gebruik wilt maken van de functionaliteit om voor DBK-objecten een informatiescherm te tonen met aanvullende details
DBK-instellingen configureren
Om de DBK-instellingen te beheren, voer je de volgende stappen uit:
- Ga in de App-bar naar Kaartlagen
- Klik op DBK-instellingen in de navigatiebalk
In dit actiepaneel geef je de volgende instellingen op:
- Host-url voor dbk-gegevens
Dit is de basis-url die als voorvoegsel gebruikt wordt bij het opvragen van de geo-laag met WFS-gegevens. LIVEOP X gebruikt deze url als voorvoegsel om WMS- en WFS-gegevens op te vragen. Op basis van dit voorvoegsel en de WFS-laagnamen die onderstaand staan beschreven, creëert LIVEOP X de volledige WFS-url om de DBK-gegevens mee op te vragen van de geoserver. - WFS-laagnaam voor standaard eigenschappen DBK-object
Voer hier de laagnaam in van de WFS-laag die de DBK-objecten teruggeeft. - WFS-laagnaam voor de DBK-bijlagen
Geef hier de WFS-laagnaam op die het overzicht van de beschikbare bijlagen teruggeeft van een DBK-object. - WFS-laagnaam voor aanwezige personen
Geef hier de WFS-laagnaam op die het overzicht van de beschikbare bijlagen teruggeeft van een DBK-object. - WFS-laagnaam voor bijzonderheden waterongeval
Als een DBK-object als waterongeval-object is aangemerkt, wordt deze laag ook ingeladen om bijzonderheden op te halen die specifiek zijn gericht op waterongevallen. - URL-voorvoegsel voor DBK-bijlagen
De WFS-laag met DBK-bijlagen zal bestandsnamen bevatten naar mediabestanden (bijvoorbeeld PDF's), die de gebruiker kan raadplegen. Geef hier de url op die als voorvoegsel dient te worden gebruikt voor het ophalen van deze mediabestanden. Deze url zal moeten verwijzen naar de media-server die de bijlagen beschikbaar stelt. Achter dit voorvoegsel wordt de bestandsnaam van de bijlage geplakt om de absolute url samen te stellen.
Kaartlaaginstellingen configureren
Om een kaartlaag zodanig in te stellen dat deze ondersteuning biedt voor het tonen van een DBK-infoscherm, zul je deze kaartlaag als DBK-laag moeten definieren. Als je een kaartlaag aanmerkt als DBK-laag, zal het klikken op een symbool in die laag geen popout met aanvullende informatie tonen, zoals een normale kaartlaag, maar zal LIVEOP X proberen om de DBK-id van deze laag uit te lezen uit de id van de Feature in de onderliggende WFS-laag.
Hierna stelt LIVEOP X deze in als geselecteerd DBK-object en toont het in de linker bovenhoek van het GEO-scherm een Info-knop. Door de Info-knop in te drukken, opent de gebruiker het informatiescherm met aanvullende eigenschappen van het DBK-object en eventueel bijlagen.
Opvragen van WFS-gegevens voor nadere eigenschappen
Bij het openen van het infoscherm, wordt de WFS-laag aangeroepen die als “standaard eigenschappen”-laag is ingesteld in bovengenoemd actiepaneel met DBK-instellingen. De response die bij de aanroep wordt teruggegeven door de geoserver is een json-dictionary met een 'features'-array, die de WFS-Features als features bevat. Elke feature heeft vervolgens een 'properties'-eigenschap, wat een dictionary is met properties die LIVEOP X kan weergeven. Welke eigenschappen exact worden getoond is afhankelijk van voor welke weergave deze eigenschappen worden uitgelezen.
In onderstaand overzicht staat beschreven welke eigenschap LIVEOP X uitleest in de verschillende weergaven.
Weergave | Eigenschappen |
Standaard DBK-objectinformatie | naambouwwerk, formeleNaam, categorienaam, OMSNummer, bouwwerk_functie, bezoekadres, postcode, plaats, controleDatum, informeleNaam, bijzonderhedenconstructie, bouwconstructie, dakmateriaal, vloermateriaal, wandmateriaal, isolatiemateriaal, opmerkingbouwwerk, maxpersonen_nacht, bouwlaag_min, bouwlaag_max, prev_bijz, prep_bijz, repr_bijz, alg_bijz, toetreding |
DBK-bijlagen | mediafile, name |
Waterongevallen-object | Bijzonderheid, 'Soort Bijzonderheid' |
Aanwezige personen | typeAanwezigheidsgroep, aantalZelfredzaam, aantalNietZelfredzaam, tijdvakBegintijd, tijdvakEindtijd, maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag, zaterdag, zondag |
URL-opbouw van WFS-requests
Om deze gegevens op te halen van de geoserver, stelt LIVEOP X een url samen, die het vervolgens aanroept om de WFS-gegevens op te vragen. Deze url heeft als formaat:
{host}/wfs?service=wfs&version=2.0.0&outputFormat=application/json&request=GetFeature&typeName=<LAAG>&srsName=EPSG:4326&cql_filter=<KEY>=<VALUE>
Op de plek van <LAAG> vult LIVEOP X de laagnaam in, zoals deze is ingesteld in de DBK-instellingen, zoals bovenstaand beschreven.
Tenslotte moet elke WFS-laag filterbaar zijn op een eigenschap waarmee individuele DBK-objecten geidentificeerd kunnen worden, zodat LIVEOP X alleen de informatie van het geselecteerde DBK-object opvraagt, bijvoorbeeld alleen de aanwezige personen, bijlagen etc. LIVEOP X voert deze filtering uit met behulp van een definitie in de url, achter 'cql_filter'. De gebruikelijke waarde voor het <KEY> veld in de url is 'dbkfeature_id' en voor het <VALUE> veld de waarde van de eigenschap 'dbkfeature_id' van het geselecteerde dbk object.
Opmerkingen
0 opmerkingen
Artikel is gesloten voor opmerkingen.