Met automatische statussen van LIVENAV kun je nauwkeurige statustijden vastleggen, zoals het tijdstip waarop een voertuig uitrukt na een alarmering en het moment van aankomst op locatie. Deze statustijden zijn te bekijken in de beheeromgeving van LIVENAV. Voor organisaties die meer flexibiliteit nodig hebben in het gebruik van data, is het mogelijk een databasekoppeling aan te vragen om de automatische statustijden in een SQL-database te laten registreren. Dit biedt de mogelijkheid om de ruwe data te integreren in de BI-processen van je organisatie.
Voordelen van een exportdatabase
Het gebruik van een exportdatabase biedt waardevolle voordelen:
- Gegevensintegratie en rapportages: De ruwe data kunnen eenvoudig worden geïntegreerd in BI-tools om op maat gemaakte rapportages en dashboards te creëren.
- Uitbreiding met brongegevens: Door de gegevens over eenheden (UnitId, UnitTitle) en incidenten (IncidentNumber, IncidentSourceId) te koppelen met de brongegevens uit bijv. GMS, kun je de geregistreerde gegevens koppelen met overige incidentgegevens.
- Diepgaande analyses: Door toegang tot kolommen zoals EnRoute, Arrived, en Stopped, inclusief de bijbehorende locaties, kun je nauwkeurig analyseren hoe snel eenheden reageren op incidenten en waar optimalisatie mogelijk is.
- Locatiegegevens: Met de opgeslagen coördinaten (ArrivedLatitude, ArrivedLongitude, enz.) kun je geografische analyses uitvoeren om de nauwkeurigheid van de automatische statustijden ten opzichte van de handmatige statustijden te visualiseren.
Met deze mogelijkheden kun je jouw operationele processen nog beter monitoren, analyseren en optimaliseren. Volg de stappen in dit artikel om verbinding te maken met de database en de voordelen van deze data volledig te benutten.
Verbinding maken met de database voor automatische statussen
Om verbinding te maken met de database waarin automatische statussen worden bijgehouden, volg je de onderstaande stappen.
-
IP-adres doorgeven t.b.v. Firewall-toegang
Geef het IP-adres door vanwaaruit je verbinding wilt maken met de server. Stuur dit IP-adres naar je contactpersoon. -
Verbinding opzetten met database-client
Gebruik een database-client of BI-tool naar keuze om verbinding te maken met de database en toegang tot de gegevens in te stellen. Om de gegevens snel in te kunnen zien, kun je bijvoorbeeld gebruikmaken van Azure Data Studio, dat je kunt downloaden via de officiële Microsoft-pagina: Download Azure Data Studio hier. -
Nieuwe verbinding maken
- Open je database-client.
- Maak een nieuwe verbinding en gebruik hiervoor de verbindingsgegevens die je van ons hebt ontvangen (Server-adres, autorisatiegegevens).
De tabel Records bevat de statusrecords per inzet en eenheid. Om als voorbeeld de laatste 100 records op te halen, voer je de volgende query uit:
SELECT TOP (1000) * FROM [dbo].[Records] ORDER BY Created DESC
Tabelstructuur
De tabel [Records] bevat de volgende kolommen:
- ID: Unieke identificatie van de record.
- TenantId: Identificatie van de tenant die aan de record is gekoppeld.
- IncidentNumber: Het unieke nummer van het incident.
- •IncidentSourceId: De bron of het systeem dat de incidentinformatie heeft geleverd.
- UnitId: Het unieke ID van de eenheid die aan het incident is gekoppeld.
- UnitTitle: De naam of beschrijving van de eenheid.
- EnRoute: Tijdstip waarop de eenheid onderweg is gegaan naar het incident.
- Arrived: Tijdstip waarop de eenheid is aangekomen op de locatie van het incident.
- Stopped: Tijdstip waarop de eenheid is gestopt met de werkzaamheden.
- Created: Datum en tijd waarop de record is aangemaakt.
- Modified: Datum en tijd waarop de record voor het laatst is aangepast.
- ArrivedLatitude: De geografische breedtegraad van de locatie waar de eenheid is aangekomen.
- ArrivedLongitude: De geografische lengtegraad van de locatie waar de eenheid is aangekomen.
- EnRouteLatitude: De geografische breedtegraad van de locatie tijdens het onderweg zijn.
- EnRouteLongitude: De geografische lengtegraad van de locatie tijdens het onderweg zijn.
- StoppedLatitude: De geografische breedtegraad van de locatie waar de eenheid is gestopt.
- StoppedLongitude: De geografische lengtegraad van de locatie waar de eenheid is gestopt
Problemen oplossen
Veelvoorkomende problemen en oplossingen
1. Geen toegang tot de database
- Mogelijke oorzaak: Het opgegeven IP-adres is niet toegevoegd aan de toegangsrechten.
- Oplossing: Controleer of je het juiste IP-adres hebt doorgegeven aan support@liveop.net. Zorg ervoor dat het IP-adres niet dynamisch verandert.
2. Foutmelding bij het verbinden met de database
- Mogelijke oorzaak: Verkeerde verbindingsgegevens.
- Oplossing: Controleer de verbindingsgegevens die je hebt ontvangen en voer ze opnieuw in. Let op hoofdletters en spaties.
3. Records worden niet weergegeven
- Mogelijke oorzaak: De tabel bevat geen recente gegevens.
- Oplossing: Controleer de query die je uitvoert. Gebruik bijvoorbeeld:
SELECT TOP (1000) * FROM [dbo].[Records] ORDER BY Created DESC
Zorg er ook voor dat na het instellen van de database minimaal één keer een route is ingeschoten voor een gealarmeerde eenheid, zodat de database een record bevat.
4. Trage verbinding of time-out bij het ophalen van data
- Mogelijke oorzaak: Netwerkproblemen of een overbelaste server.
- Oplossing: Probeer verbinding te maken via een stabiel netwerk en tijdens daluren. Neem contact op met support als het probleem aanhoudt.
5. Query geeft een foutmelding
- Mogelijke oorzaak: Syntaxfout in de query.
- Oplossing: Controleer de query op fouten. Gebruik bij twijfel de standaardquery uit dit artikel:
SELECT TOP (1000) * FROM [dbo].[Records] ORDER BY Created DESC
Opmerkingen
0 opmerkingen
U moet u aanmelden om een opmerking te plaatsen.