In LIVERECON staat het werken met taken en meetopdrachten centraal. Zowel op als onder de kaart zijn de taken zichtbaar die je hebt toegevoegd, zodat je een duidelijk overzicht hebt over de activiteiten die je zijn uitgezet.

Je kunt in LIVERECON taken toewijzen aan eenheden die gekoppeld zijn aan het incident. Indien een eenheid niet gekoppeld is aan het incident, dan is het niet mogelijk om een taak toe te wijzen aan deze eenheid. Voor beheerders is het mogelijk om een subselectie te maken van de eenheden die taken mogen ontvangen. In dat geval kunnen alleen de eenheden die binnen deze subselectie vallen en gekoppeld zijn aan het incident, een taak toegewezen krijgen.

Overzicht taken

Onder de geografische kaart, vind je het overzicht met meetopdrachten. Dit overzicht geeft alle taken weer die zijn aangemaakt en nog niet zijn voltooid.

Voor iedere taak, wordt de volgende informatie weergegeven, van links naar rechts:

1. Status-indicator
   Indien de taak nieuw is en nog niet is gezien, is het taak-pictogram zwart en niet-opgevuld. Zodra de opdracht is bevestigd, is deze opgevuld met de accentkleur. Zodra begonnen wordt met het invullen van het formulier, verandert het bolletje in het pictogram in een pennetje.
2. Naam van de taak
3. Tijdstip waarop de taak is aangemaakt
4. Gekoppelde eenheid
   Het label heeft een lichte accentkleur als de taak nog niet actief is en een donkere accentkleur zodra deze in behandeling is.
5. Invullen-knop
   Door op de Invullen-knop te klikken, kun je het formulier invullen als coördinator. Dit kan nuttig zijn als de resultaten op een andere manier worden doorgegeven dan via de LIVEOP X-app, bijvoorbeeld via een portofoon.
6. Verwijderen-knop
   Door op de Verwijderen-knop te klikken, verwijder je de meetopdracht.

Taken-overzicht op de geografische kaart

Alle actieve taken zijn zichtbaar op de kaart. Een niet-bevestigde taak wordt weergegeven als een zwarte marker, een taak die is bevestigd heeft een accentkleur en een taak die wordt ingevuld, heeft een groene kleur.

Door op de taak te klikken, opent een informatiescherm met de belangrijkste details van de taak. Zodra een taak is afgerond, verdwijnt de taak automatisch van de kaart.

Nieuwe taak toevoegen

Om een nieuwe taak of meetopdracht toe te voegen, voer je de volgende stappen uit:

• Klik op de kaart waar de de nieuwe taak wilt toevoegen en houdt de muis ingedrukt. Er verschijnt nu een marker op de kaart.
• Klik hierop en kies voor Nieuwe meetopdracht. Het paneel om een nieuwe taak te maken verschijnt nu.
• Het Locatie-veld is standaard ingesteld op de plek op de kaart die je geselecteerd hebt. Door op de knop met het Bewerken-pictogram te klikken, kun je de eigenschappen hiervan aanpassen, een ander adres zoeken of andere coordinaten opgeven.
• Selecteer een Type opdracht. De beschikbare opdrachten zijn ingesteld door je organisatiebeheerder. 
• Nadat je een type opdracht hebt geselecteerd, kun je de eenheid selecteren waaraan je de taak wilt toewijzen. Selecteer hiervoor de eenheid in de keuzelijst onder Gekoppelde eenheid.
• Pas eventueel de titel en beschrijving aan om de taak eenvoudiger te kunnen herkennen en onderscheiden van de anderen.
• Afhankelijk van de geselecteerde taak, kun je eventueel aanvullende eigenschappen instellen. Stel deze naar wens in.
• Om het aanmaken van de taak te voltooien, klik je op Opslaan.
• De taak is nu toegevoegd en toegewezen aan de geselecteerde eenheid. De taak wordt zichtbaar op de kaart en in de lijst met opdrachten.

Taak bewerken

Om.een taak te bewerken, voer de de volgende handelingen uit:

• Klik in het taken-overzicht op de taak die je wilt bewerken.
• Het paneel met eigenschappen van de taak opent nu. Pas de gegevens aan die je wilt bewerken.
• Druk op Opslaan. Het bewerken is nu voltooid.

Taak verwijderen

Om een taak te verwijderen, klik je eenvoudigweg op het Verwijderen-pictogram achter de taak in het Taken-overzicht. Na bevestiging wordt de taak verwijderd.