LIVERECON komt met een aantal standaard kaartlagen die je kunt gebruiken om LIVERECON-specifieke informatie op de kaart weer te geven. Je kunt deze kaartlagen toevoegen aan je kaartlagen-bibliotheek en naar wens instellen in de kaartlaagconfiguraties naar keuze. De volgende standaardlagen zijn beschikbaar:
- Alle gasmallen voor incident
Deze kaartlaag toont zowel de gepubliceerde als niet-gepubliceerde gasmallen. Deze kaartlaag is primair bedoeld voor de coördinatoren van de verkenningseenheden. - Gepubliceerde gasmallen voor incident
Deze kaartlaag toont de gepubliceerde gasmallen van een incident. Deze kaartlaag is primair bedoeld om getoond te worden aan verkenningseenheden. - Actieve voertuigposities
Deze kaartlaag toont de voertuigposities van de actieve eenheden die zijn toegevoegd aan een incident.
Kaartlagen beheren
Om deze kaartlagen toe te voegen, dien je de rechten te hebben voor het beheer van kaartlagen en -configuraties in LIVEOP GEO. Om de kaartlagen te beheren, ga je naar LIVEOP GEO en voer je een van onderstaande handelingen uit.
Kaartlaag toevoegen
Om de kaartlagen beschikbaar te stellen voor jouw organisatie, voeg je de volgende stappen uit:
- Ga in LIVEOP GEO in het hoofdmenu naar Standaardlagen.
- Klik op Voeg toe.
- Onder Type standaardlaag selecteer je de gewenste standaardlaag.
- Stel eventueel de aanvullende eigenschappen in voor minimale en maximale zoomniveau's.
- Klik op Opslaan. De kaartlaag is nu beschikbaar om toegevoegd te worden aan een kaartlaagconfiguratie.
Herhaal deze stap voor iedere kaartlaag die je beschikbaar wilt stellen.
Kaartlaag toevoegen aan configuratie
Om een kaartlaag beschikbaar te maken voor gebruik door eindgebruikers, voeg je deze toe aan een configuratie die is ingesteld om beschikbaar te zijn voor de applicatie waarin je deze wilt gebruiken. Voer hiervoor de volgende stappen uit:
- Ga naar Kaartlaagconfiguraties in het hoofdmenu van LIVEOP GEO.
- Indien je een kaartlaag beschikbaar wilt stellen voor gebruik in de LIVERECON-applicatie voor coördinatoren, dient de kaartlaagconfiguratie die je hierin beschikbaar wil maken ingesteld te zijn om in LIVERECON getoond te mogen worden. Om dit in te stellen, voer de de volgende stappen uit:
- Klik op de knop met het Bewerken-pictogram van de kaartlaagconfiguratie waaraan je de kaartlaag wilt toevoegen.
- Selecteer in het paneel dat verschijnt onder de kop Applicaties de optie LIVERECON.
- Druk op Opslaan.
- Indien je een kaartlaag beschikbaar wilt stellen voor gebruik in de LIVEOP X-applicatie voor verkenningseenheden, dient de kaartlaagconfiguratie die je hierin beschikbaar wil maken ingesteld te zijn om in LIVEOP X getoond te mogen worden. Om dit in te stellen, voer de de volgende stappen uit:
- Klik op de knop met het Bewerken-pictogram van de kaartlaagconfiguratie waaraan je de kaartlaag wilt toevoegen.
- Selecteer in het paneel dat verschijnt onder de kop Applicaties de optie LIVEOP X.
- Druk op Opslaan.
- Om de gewenste kaartlaag aan de configuratie toe te voegen, open je de configuratie in de detail-weergave door op het Detail-pictogram te klikken.
- In het detailscherm van de kaartlaagconfiguratie stel je de groepen naar wens in. De kaartlagen die je beschikbaar hebt gesteld zijn nu beschikbaar in de lijst met Lagen.
- Zodra je de lagen en de groepen hebt ingesteld, druk je op Opslaan om de wijzigingen op te slaan.
Opmerkingen
0 opmerkingen
U moet u aanmelden om een opmerking te plaatsen.